top of page

________________________________ verhalen uit het donker

"er zit iets zachts en ondefinieerbaars in mij" 

rosa willemijn vlogman 

Rosa is de Latijnse naam voor roos, de bloem die zijn zachte kern (waar de schoonheid ligt) beschermt met zijn eigen doorns. Willemijn, etymologisch afgeleid van Wilhelmina (de vrouwelijke vorm van Wilhelm), komt van het bedekken/beschermen (helm) van de wil/het verlangen. Het ontroert me dat mijn ouders me onbewust twee keer bescherming hebben meegegeven. En hoewel het soms moeizaam is om steeds opnieuw bij mijn zachte kern, bij mijn werkelijke verlangens, te komen, heb ik vertrouwen in het werk dat me via mijn naam is meegegeven.

 

Voor mij is het vermogen je ten diepste te laten raken het mooiste wat er is. In al het werk dat ik doe - of het nu schrijven, schrijvers begeleiden of tarotconsulten geven is -  probeer ik te raken op drie verschillende lagen: intimiteit, belichaming en het donker

Intimiteit

Het blijft gevaarlijk om je eigen ervaringen als basis te gebruiken voor een roman – dat wist ik van tevoren. Tegelijkertijd is het de enige manier waarop ik wil schrijven. Het proces van in real time je ervaringen op papier zetten én fictionaliseren werkt vervreemdend: het verhaal beïnvloedt de werkelijkheid, het heden van de werkelijkheid tekent het verleden van het verhaal; de werkelijkheid haalt het verhaal in. Alles loopt in elkaar over.

​Mijn streven was zuiver, helder: ik ging met dit nieuwe boek niemand geweld aan doen. Maar de werkelijkheid haalt altijd het verhaal in. Ik wilde een roman schrijven over de diepe lagen van seksualiteit, ik wilde schrijven over intimiteit, en begreep halverwege het schrijven plots dat ik met het schrijven zelf de intimiteit met mijn geliefde verstoorde.

Het blijft de ultieme paradox: intimiteit in het publieke domein neerzetten.

 

​Ik moest het idee van intimiteit herdefiniëren. Tot dit moment had ik schrijven altijd ingezet om intimiteit te versterken, tussen delen van mezelf, en tussen mezelf en de lezer. Ik stelde mezelf nieuwe vragen: is mezelf delen in mijn schrijven intimiteit met een lezer opbouwen, of is het een vervanging van intimiteit met geliefden? Zou ik de neiging tot het delen van mijn schrijven nog hebben als ik werkelijke intimiteit ervoer in mijn dagelijks leven? Alles kwam samen in de vraag: is schrijven een verlengde van het leven, of juist een belemmering om daar volledig in op te gaan?

Belichaming

Mijn lichaam en ik hadden altijd een ander ritme, een ander tempo, het lichaam bewoog in een voor mij onzichtbare lus, waardoor ik het gevoel had nooit echt samen met haar te zijn. Ze zoemde, ruiste, schudde, trilde, stampte – maar altijd op de verkeerde momenten. Ze verkrampte als ik wilde openen, opende zich als ik er niet klaar voor was. Het lukte me niet in het lichaam af te dalen, het te bewonen.

 

Als ik schreef, werd alles herleidbaar. Het Verhaal reeg zich voor mijn ogen aan elkaar. Maar het schrijven werd ook een gereedschap om langs mijn innerlijke criticus te manoeuvreren en aan te komen bij innerlijke wijsheid. Als ik schreef zonder te pauzeren, gleed ik soepel mijn eigen onderbewustzijn binnen. Ik zag de dingen helder – wat waar was, belangrijk was, en wat niet – maar ik voelde de dingen ook opeens helder. Ik kon, via het schrijven, met alle delen in mezelf in gesprek: met de innerlijke criticus, het innerlijke kind, de innerlijke puber, de innerlijke moeder, en ook met Het Lichaam. Via het schrijven liet ze me zien waar ik mocht verzachten, landen, zodat ik steeds meer mijn plek in haar kon innemen.

 

Uit dat diepe contact met Mezelf en Het Lichaam kwamen twee belangrijke inzichten: ik voel een duidelijk verschil tussen een verhaal Verzinnen en een verhaal Vertellen en streef er altijd naar dat laatste te doen, en schrijven doe je wel degelijk met je lichaam.

Het donker

Er ligt donker in de seizoenen, in het licht dat uit de dagen sijpelt en ons uitnodigt diezelfde beweging naar binnen te maken; er ligt donker in je eigen (menstruatie)cycli, in het fluctueren van je energie, capaciteit en bereidheid tot overgave; er ligt donker in het lichaam; donker in de psyche.

Het donker wil meedoen, bestaan náást het licht. voor mij is het nooit het doel geweest het donker volledig te integreren, het op te lossen in het (artificiële) licht. Het mag er in al haar vormen zijn, klaar om verkend, aangekeken en gevoeld te worden.

Ik heb langzaamaan van het donker leren houden, het metaforische donker dat me soms wekenlang overspoelde, en het meest diepe donker in mijn bekkengebied, buik, baarmoeder, waar vanuit nieuw leven kan ontstaan.

 

Niemand leert ons het donker aan te kijken. Er heerst een idee dat wanneer we het donker (in onszelf, in de natuur, de wereld) verkennen, het ons niet meer laat gaan, ons volledig opslokt en we bewegingsloos moeten wachten tot ze zich weer terugtrekt. Alsof vanaf dat punt het donker bepaalt, onze keuzes maakt. Maar ik denk dat het donker bepaalt als we er niet mee durven zitten, wanneer we overal alleen het licht willen zien. 

Wil je dieper?

Hier vind je meer over wat ik doe en wat ik aanbied. 

bottom of page